Ode
OCTOPUS

OCTOPUS

26 februari 2018

Het gebeurde wel eens dat ik mocht gaan babysitten bij de buren. Ik zeg wel degelijk “mocht” en het was natuurlijk voor de kinderen van de buren, maar dat was iets om naar uit te kijken. Hun TV was groter dan de onze, ik kreeg chips en frisdrank aangeboden en de kinderen waren helemaal niet lastig, integendeel. Ik was maar een 5 à 6 jaar ouder dan zij en ik kan me geen vervelende situatie herinneren.

Het was leuk om dergelijke buren te hebben. Er was een natuurlijke verbinding, die er al was voor zij hun huis bouwden en die vroeger diende om over ‘hun’ stuk grond de korte weg richting voetbalstadion te nemen. De opening in de omheining is nadien gebleven, als een stilzwijgende entente, maar vooral een zeer praktische oplossing wanneer we in elkaars tuin gingen spelen, wat meestal betekende dat zij bij ons kwamen omdat wij een schommel hadden. Ik mocht dan op mijn beurt vaak mee naar zee, waar zij een strandcabine hadden - en wij dus niet. Een stukje ideale wereld dus.

Het was meestal op zaterdagavond – in die tijd gingen de mensen enkel in het weekend ergens heen – en nog een voordeel was dat ik zelf het programma kon kiezen. De kabel TV of distributie was toen net ingeburgerd, maar vooral ingegraven, zodat we al wat keuze hadden. (Ik krijg zo stilaan het gevoel dat de iets jongere lezers van deze rubriek zich zitten af te vragen of ik ergens in de Middeleeuwen geboren ben - kabel TV begot!). Enfin, mijn keuze viel nogal vaak op actiefilms – niet zo verwonderlijk gezien de leeftijd die ik toen had – à la James Bond, zoals Goldfinger of Octopussy (dat zou je in Hollywood vandaag ook niet meer als titel moeten kiezen).

Dit alles kwam bij me op toen ik – nu niet meer via de kabel maar dankzij een router – de afleveringen van ‘Blue Planet II – the making of’ aan het streamen was (oef, ik bevind mij niet meer in de Middeleeuwen) en ik de beelden van de slimme octopus zag. De serie zelf is natuurlijk schitterend en geeft ons, naast prachtige beelden over de immense rijkdom van de oceanen, ook een ferme wake-up call over de gevolgen van de klimaatverandering. Je ziet de ijsbergen letterlijk wegsmelten, het grote koraalrif verdorren, zeedieren in plastiek verstikken. Dan denk je, OMG, waar zijn we mee bezig? Valt dit nog ooit te repareren?

En dan ben ik nog meer overtuigd dat we met hernieuwbare energie goed bezig zijn om daar iets aan te doen. Dat komt er niet vanzelf, dat vraagt enorme inspanningen. Het zou meer dan de moeite lonen om van vele projecten eens een uitgebreide ’making of’ te maken. Voor wie zelf niet in de praktijk staat, is b.v. de aanblik van een windturbine een waarneming van een mast met een gondel en wieken, die door een bedrijf werd geplaatst en uitgebaat wordt en waarmee elektriciteit geleverd wordt. Zelf vind ik dat een prachtig beeld, maar ik weet dat daar diverse meningen over zijn.

Maar net als bij een docu zoals Blue Planet, is wat je niet ziet ook bijzonder interessant: de hele ontwikkeling, het immense werk van uren, dagen, maanden, jaren om zo’n project gerealiseerd te krijgen; de bouw, de opvolging, het onderhoud. De frustratie als al dit werk voor niets is, wanneer er geen vergunning behaald wordt. De vreugde als dit wel lukt. Het zijn ongeziene inspanningen van mensen die, net zoals de cameraman, zelf nooit in beeld komen.

Er is geen resultaat als er geen ’making of’ is. Doelstellingen worden niet gehaald zonder al dat ongeziene werk. Daarom, bij deze, een achtarmige hommage aan al die mensen die quasi nooit ’in the picture’ komen, maar er wel voor zorgen dat er zonneparken, windturbines, warmtenetten, enz… gerealiseerd worden, de projecten nauwkeurig opvolgen en die ongeziene, maar o zo belangrijke bijdrage leveren om hernieuwbare energie van theorie in praktijk om te zetten.

Bart Bode