Ode
BELOFTE

BELOFTE

30 september 2021

Het kwam hard binnen. Ik was te oud voor het mimespel, dat gereserveerd was voor de lagere schoolkids. Het zingen viel tegen, want een beginnende baard in de keel. Bij de instrumenten lukte ook niet zo: die blokfluit had vier jaar lang mijn vrije woensdagnamiddagen verpest en hadden we thuis toen een open haard gehad, ja dan… Daardoor kon ik niet mee op concertreis met de schoolgroep, dat jaar nota bene naar New York! Een kans die ik nooit meer in mijn leven zou krijgen, dacht ik toen.

Een schoolkameraad die wel bij stem was en zag dat ik hiervoor danig in de sores zat, beloofde mij om het Vrijheidsbeeld mee te brengen. Nu ja, toch een mini replica. Hij heeft zijn belofte gehouden – het kleinood moet ik nog ergens in een doos op zolder hebben liggen.

Nimmer gedacht dat ik later beroepshalve zowat vijftien keer naar de Grote Appel zou reizen, en als ik alles samentel zowat een half jaar van mijn leven daar heb doorgebracht.

In het gebouw van de Verenigde Naties in New York worden er jaarlijks grote beloftes gemaakt. In september vindt er traditiegetrouw de jaarlijkse Algemene Vergadering plaats. Een moment van bilaterale gesprekken over allerlei onderwerpen, zoals duikboten of zo. En ook hele resem speeches van staatshoofden, de ene al welbespraakter dan de ander, met allerlei diepe inzichten en eloquente termen, waarbij men achteraf niet anders kan dan te besluiten dat dit nu wel eens eindelijk goed gezegd is geworden.

New York is ook de plaats waar de grote Wereldconferenties ofwel plaats hebben, ofwel opgevolgd worden door de diverse departementen van de Verenigde Naties.

Zo werd er, ergens in de loop van de jaren ’60 van de vorige eeuw, door de rijke landen beslist om 0,7 % van hun BNP aan ontwikkelingssamenwerking te besteden. Oorspronkelijk was dat zelfs 1 %, maar enkele jaren later werd dat dan naar beneden onderhandeld. Behalve een handjevol landen heeft de overgrote meerderheid van de Westerse landen zich nooit aan die belofte gehouden. En dan zijn ze verwonderd, respectievelijk verontwaardigd dat de mensen uit de ontwikkelingslanden plots in grote getale aan de grens staan. En wordt er onmiddellijk geageerd door ze terug over de rivier of de zee in te jagen. En – zeer eloquent – te zeggen dat ze beter allemaal thuis zouden blijven…

Veel later is New York ook de plaats geworden waar de beloftes inzake klimaat voorbereid of opgevolgd worden. Regelmatig worden er studies uitgebracht van het Internationale Klimaatpanel, dat een stand van zaken van onze wereld opmaakt en daarbij aanbevelingen schrijft, zoals het versneld realiseren van hernieuwbare energie in alle landen. Daarnaast is er de jaarlijkse Conference of Parties, die volgens Wikipedia “verantwoordelijk is voor het op stoom houden van de internationale activiteiten om de ongewenste gevolgen van klimaatverandering te voorkomen”. Persoonlijk zou ik in het licht van de opwarming van de aarde de term ‘stoom’ niet meer gebruiken, maar we begrijpen wat er bedoeld wordt.

Omwille van Covid-19 is de 26ste COP met een jaar uitgesteld en zal die in november ‘21 in Glasgow doorgaan. Naast de vaststelling dat er een hele pak doelstellingen niet gehaald zijn en een lawine aan diplomatieke retoriek om uit te leggen hoe het komt dat die niet gehaald werden en waarom er zal gevraagd worden om een aantal dingen nog verder uit te stellen, terwijl er eigenlijk moet versneld worden, blijft zo’n Conferentie toch vooral een momentum en een wake-up call voor de hele wereld – en dus ook voor ons. Het moment om, na de uitleg waarom de realisatie van de vorige beloftes in een mini replica resulteerde, weer nieuwe beloftes te maken.

Welnu, beste beleidsmensen, doe zoals mijn schoolkameraad: hou je aan je beloftes!

Bart Bode