Ode
NUTOPIA

NUTOPIA

27 juni 2022

In de middelbare school kregen we af en toe een film te zien. Los van welke film dat ook was, we kregen een halve dag geen les: dus fun gegarandeerd. Natuurlijk moest de film ergens een opvoedkundig element inhouden, hoewel ik bij ‘2001 – A Space Odyssey’ al heel diep moet nadenken wat de pedagogische toegevoegde waarde was. Ik heb deze prent uit 1968 niet herbekeken in 2001, maar ik kan me voorstellen dat de sciencefiction ideeën uit het scenario hopeloos achterhaald waren.

Een film die me inhoudelijk veel meer is bijgebleven, betreft ‘A Man For All Seasons’, over (een deel van) het leven van Thomas More, jurist en auteur van het boek Utopia over een ideaal politiek-economisch bestel, maar vooral bekend om zijn verzet tegen het besluit van koning Hendrik VIII om zich – omwille van privézaken – af te scheuren van de Rooms-katholieke kerk. Dat verzet tegen zijn voormalige vriend de koning heeft More trouwens de kop gekost.

Akkoord, sinds dat ogenblik is de Anglicaanse kerk een feit en is de Engelse koningin of koning ook het hoofd van die kerk, maar bij mijn weten is er geen enkele school of kennisinstelling naar Hendrik VIII genoemd, terwijl de naam van Thomas More – ook in ons land – wel vaker opduikt in de onderwijswereld. Naast zijn voorbeeldfunctie als consequent jurist, is het begrip utopie mede dankzij hem blijven hangen in ons taalgebruik. Merkwaardig genoeg hangt daar veelal een misprijzend geurtje aan en wordt utopie te vaak vereenzelvigd met onbereikbaar, onrealistisch tot – naargelang de instelling van de gebruiker – van de pot gerukte droomideeën van mensen die met hun voeten niet helemaal of helemaal niet meer op de grond staan.

Datzelfde taalgebruik werd trouwens gehanteerd bij het verschijnen van ‘Towards 100 % renewable energy in Belgium by 2050’ in 2012, meer bekend als de ‘Backcasting studie’. Hoewel de auteurs tot gerenommeerde kennisinstellingen zoals het Planbureau en VITO behoorden, werd de studie door een aantal mensen, die zich wellicht door de mogelijke resultaten geïrriteerd voelde, als veel te utopisch en dus weinig bruikbaar bestempeld.

Natuurlijk is het achteraf makkelijk te oordelen of iets teveel of te weinig was of is. Zo begonnen de stichtende leden van ODE – die op 24 juni ‘22 in uitgesteld relais haar 25 jarig bestaan vierde en meteen doorkeek naar de volgende 25 jaar – met een heel bescheiden verwachting inzake mogelijkheden voor wind- en zonne-energie, met een opgesteld vermogen van 400 en 700 MW –   cijfers die ons nu doen glimlachen omwille van hun bescheidenheid. Maar de ODE leden hebben het daarbij niet gelaten en hebben de afgelopen 25 jaar fenomenaal veel meer werk geleverd om hernieuwbare energie in Vlaanderen te realiseren.

Naast de ontmoeting en het feestelijk samenzijn was de combinatie van dankbaar omkijken naar het verleden en vooral met voldoende lef verder vooruitkijken een meer dan geslaagde oefening, die ik graag verwoord als het ‘nutopia’ voor hernieuwbare energie. Bedrijven, organisaties, universiteiten en onderzoeksinstellingen die zich binnen ODE verenigen, hebben deze sector de voorbije 25 jaar tot één van de belangrijkste groeipolen van de economie uitgebouwd en zullen dit de komende jaren verder realiseren.

Iedereen is daarbij zo realistisch genoeg om daarbij van overheidswege geen ideaal politiek-

economisch bestel te verwachten, maar wel een beleid dat de moed heeft om de verdere weg naar 100 % hernieuwbare energie te faciliteren en zoveel mogelijk hindernissen weg te nemen. Wie weet wordt er dan later wel eens een universiteit of hogeschool vernoemd naar een beleidsmaker die hiertoe een memorabele bijdrage heeft geleverd.

Bart Bode