Ode
EMMER

EMMER

31 januari 2019

Niet dat we daar echt naar op zoek zijn, maar een mens beleeft wel graag iets dat we nadien ettelijke keren kunnen vertellen. In de loop der jaren dikt ons selectief geheugen hier en daar iets aan om het nog heroïscher te maken, of worden details toegevoegd of weer weggelaten wegens te onbenullig of niet meer relevant om de clou van het verhaal op te smukken.

Tijdens die grote vakantie mocht ik mee op de reis naar Tirol die door de school was georganiseerd voor de leerlingen van het eerste jaar middelbaar (of het tweede, dat weet ik niet meer heel zeker, gezien dit uiteindelijk niet belangrijk is voor de afloop). Het thema van de reis was “Kinderen van de zon”, naar het liedje van de Elegasten (tekst en muziek van Dimitri Van Toren, producer was Rocco Granata, maar ook dat zijn niet-essentiële gegevens; belangrijker is dat ik me nu realiseer dat we toen al een scheut hernieuwbare energie binnenkregen).

We logeerden bij Herr Wolf (of Wolff, maar dat doet er ook niet toe) in een soort reuzechalet in een dorpje in het Lechtal. Herr Wolf (of Wolff) was, naast conciërge of huisbaas, ook schrijnwerker en dat kwam goed van pas, omdat bij de terugreis de buschauffeur tegen het bord “Pas op, spelende kinderen” (maar dan in het Tirols) dat voor ons verblijf gemaakt werd, aan reed, waardoor de tweede ruit rechts vooraan van de autobus aan diggelen ging en vervolgens vervangen werd door een houten plank, keurig vervaardigd door Herr Wolf (of Wolff) en vastgezet met enkele keukenhanddoeken die sowieso terug naar België moesten. Er bestonden toen nog geen diensten die een autobusraam ogenblikkelijk konden vervangen en de chauffeur moest, zo vertelde hij ons, onmiddellijk naar Italië doorreizen nadat hij ons terug aan de school had afgezet. En zo werd een stuk Tiroolse biomassa, fijn bewerkt door een lokale ambachtsman, ongemerkt in België ingevoerd.

Maar dat is niet het verhaal dat ik wilde vertellen. Ook niet dat van de toenmalige surveillant die door iedereen “De Mustang” werd genoemd, en daar vermoedelijk van op de hoogte was en moest verdragen dat er ’s avonds in de gangen van het reuzechalet af en toe gehinnik te horen was  – notabene door collega leerkrachten geproduceerd. Het was wellicht die ongedwongen Tiroolse sfeer die ons ertoe aanzette om ook eens een kwajongensstreek uit te halen. Ons, dat was een kamer van een achttal jaargenoten, waaronder Marc, die het later tot bekende acteur zou schoppen en in een aantal Vlaamse films en series zou meespelen, maar helaas vorig jaar is overleden. De kwajongensstreek – in feite een echte kampklassieker – bestond er in om de deur van onze slaapkamer op een kier te zetten, daarop een emmer halfvol met water te plaatsen, om daarna voldoende kabaal te maken zodat één van de leerkrachten zou binnenstormen, die deur openduwend… en de rest kan u raden. De druipende leerkracht haalde enkele van mijn kamergenoten uit hun bedsponde voor een fikse uitbrander. Niet Marc, die toen al zeer goed kon acteren dat hij diep in slaap lag en zelf lag ik gelukkig ook ver genoeg van de emmerdeur, zodat ik ongeschonden dit verhaal voor het nageslacht kon memoriseren.

Telkens ik Marc zie op TV (op wat nu archiefbeelden zijn), moet ik aan het verhaal van de emmer denken. Maar sinds kort ook op donderdag, wanneer ik al die leerlingen – ongeveer van dezelfde leeftijd die we toen in het Lechtal hadden – in steeds groter getale in Brussel zie betogen voor meer en onmiddellijke actie tegen de klimaatopwarming. Voor hen is de emmer meer dan vol en ze plaatsen die niet op een halfopen deur, maar ze gieten deze als het ware in ons gezicht. Ons, dat is iedereen die iets kan, nee, moet doen om de fatale opwarming van onze planeet een halt toe te roepen.

We weten met zijn allen dat een plank niet zal volstaan om het gat te dichten, dat een emmer niet voldoende zal zijn om de stijgende zeespiegel te bekampen. Misschien helpen enkele kwajongensstreken om onze beleidsverantwoordelijken te doen beseffen dat deze leerlingen graag aan hun kleinkinderen willen vertellen dat zij, de bosbrossers, de deur hebben opengeduwd, waardoor er verder geen halve maatregelen inzake het klimaat meer werden genomen.

Bart Bode