Sectorenquête eind 2020 – begin 2021
10/06/2021
Publiek rapport
De toekomst van hernieuwbare energie is veelbelovend en flexibel
De bedrijven in de hernieuwbare energiesector zien de toekomst met gemengde gevoelens tegemoet. Het is duidelijk dat het volledig verduurzamen van ons energiesysteem op langere termijn in de sterren geschreven staat en dat die uitdaging een geweldig potentieel biedt voor onze economie, werkgelegenheid en maatschappij. Toch zijn er op korte termijn een aantal duidelijk knelpunten naar boven gekomen in de jaarlijkse bevraging van de sector van de hernieuwbare energie door Organisatie voor Duurzame Energie Vlaanderen (ODE).
Als de sectorfederatie voor duurzame energie in Vlaanderen vindt ODE het belangrijk om op een onderbouwde wijze de stand van zaken en ook de barrières waartegen de bedrijven uit de sector aanlopen in kaart te brengen. Eén van de manieren waarop we dat doen is het organiseren van een jaarlijkse sectorbevraging, waarvan we de resultaten in deze Sectorbarometer presenteren.
Sectorbarometer 2020
De gegevens in deze sectorbarometer zijn gebaseerd op een bevraging op vrijwillige basis die liep van december 2020 (week 49) tot februari 2021 (week 5).
We ontvingen antwoorden van 179 respondenten, verspreid over alle sectoren van duurzame energietoepassingen. Dit levert een beeld op dat globaal representatief gezien mag worden voor de sector, wel moeten we opmerken dat voor enkele welbepaalde subsectoren (bijv. hydro-energie) het aantal respondenten te laag ligt om hier verrijkende conclusies aan te verbinden.
Deze timing roept een bijzonder aandachtspunt op. Een kleine helft van de respondenten reageerde vóór en een kleine meerderheid van de respondenten reageerde pas na het bekend worden van het arrest van 14 januari van het Grondwettelijk Hof dat het einde van de terugdraaiende teller voor eigenaars van zonnepaneelinstallaties onder 10 kWp inluidde. Dit arrest heeft zonder twijfel een belangrijke impact gehad op de percepties die leven binnen de sector van de PV-panelen en van de warmtepompen.
Zo zien we bijvoorbeeld een duidelijk verschil wat de inschatting van de marktevolutie voor PV betreft tussen de antwoorden voor en na het arrest, zoals blijkt uit de volgende grafiek:
Maar we ontvingen ook marktsignalen dat het arrest van het GWH ook een belangrijke daling van de belangstelling voor en verkoop van warmtepompen heeft veroorzaakt. Dit blijkt duidelijk uit de volgende grafiek:
Groeipotentieel in de sector
Waar liggen de komende jaren de meeste groeikansen volgens de respondenten van de Sectorbarometer?
Zoals blijkt uit de grafiek, wijst deze sectorbarometer naar elektrische mobiliteit en naar de ontwikkeling van nieuwe diensten voor opslag en op vlak van flexibiliteit en naar vraagsturing als de subsectoren die het grootste groeipotentieel vertonen. Dit zijn dan ook technologieën die een centrale plaats innemen in de energietransitie: de omslag naar een maatschappij en economie die gebaseerd is op hernieuwbare energie en die dus veel flexibeler zal werken dan het huidige model.
De subsectoren die zich in deze Sectorbarometer het meest pessimistisch/onzeker over de toekomst uitspreken zijn (niet verrassend) de zonnestroomsector (PV), met 10% sterke daling en 16% daling, gevolgd door windenergie, waar het percentage dat een daling verwacht groter is, maar het een gewone daling betreft tegenover een (gedeeltelijk) scherpe daling die in de PV-sector verwacht wordt. Vervolgens volgt de sector van de warmtepompen met 6% sterke en 9% gewone daling en bio-energie, met 15% gewone daling. Ook de WKK-sector (13% gewone daling) is - gematigd - pessimistisch.
Verwachte evolutie personeelsinzet
De bevraging peilde ook naar de verwachtte personeelsevolutie in de verschillende deelsectoren. Algemeen komt het potentieel van de sector van de duurzame energie naar voren als motor van economische groei en meerwaarde, inclusief de creatie van hoogwaardige tewerkstelling.
De top groeisegmenten wat betreft verwachtte groei in tewerkstelling zijn in volgorde:
Toch leverde dit deel van de sectorbevraging ook een verontrustend signaal op m.b.t. tot beschikbaarheid van voldoende gekwalificeerd personeel.
Het vinden van voldoende gekwalificeerd personeel is dus een aandachtspunt m.b.t. personeelsinzet. Het risico is dat het potentieel van positieve groeivooruitzichten deels onbenut zal blijven bij gebrek aan het juiste personeel om de groeiende activiteiten uit te voeren.
Met betrekking tot welke sectoren signaleren de respondenten de grootste moeilijkheden om gekwalificeerd personeel te vinden?
Globaal moet opgemerkt worden dat de antwoorden voor de verschillende sectoren hier niet ver uiteen liggen. Gemiddeld hebben ongeveer 2 bedrijven op 3 moeite om voldoende gekwalificeerd personeel te vinden, met een minimum van 53% en maximum van 83%. Deze problematiek stelt zich dus vrij algemeen en gelijkaardig in alle beschouwde sectoren.
Gelet op het economisch en tewerkstellingspotentieel van de hele duurzame energiesector en het feit dat deze technologieën een cruciale rol zullen spelen in het welslagen van de energietransitie, is dit een zeer verontrustend signaal. De overheid moet dan ook dringend de nodige acties ondernemen om het tekort aan gekwalificeerd personeel aan te pakken om de ambities van de Vlaamse regering waar te maken en de drive van de energietransitie niet te fnuiken.
Hinderpalen voor groei en innovatie
De sector van de duurzame energietoepassingen heeft de toekomst mee, doordat de nood aan een ambitieus milieu- en klimaatbeleid absoluut bewezen is. Maar dat betekent niet dat er geen hindernissen zouden zijn op weg naar een klimaatneutrale samenleving en economie die gebaseerd is op de transitie naar duurzame energieopwekking en -toepassingen!
Op basis van een aantal kwalitatieve vragen kunnen we een beeld schetsen van de hinderpalen voor groei en innovatie die vanuit de respondenten worden aangehaald. De bedrijven uit de duurzame energiesector vragen met aandrang een duidelijke lange termijn visie en een stabiel volgehouden beleidskader van de overheden.
Dit zal tegemoet komen aan de belangrijkste gesignaleerde obstakels:
De veelvuldige wijzigingen aan het ondersteuningskader en het reguleringskader voor investeringen in duurzame energietoepassingen worden vaak aangehaald als motivatie voor de vraag naar meer investeringszekerheid. Deze wijzigingen hebben tot een complex en moeilijk te navigeren landschap geleid voor bedrijven die projecten willen ontwikkelen. Dit weerspiegelt zich in de tweede belangrijkste hindernis, het gebrek aan transparantie van het regelgevend kader. Ook de onzekerheden m.b.t. de ontwikkelingen op de energiemarkten en de daaruit resulterende lange termijnprijsverwachtingen wegen op het ontwikkelen van projecten. Het overlappen van verschillende wijzigingen (invoering digitale meter, invoering capaciteitstarief, wegvallen van de compensatie, aanpassingen aan het steunkader,…) creëert zeer veel onzekerheid bij de gezinnen en de bedrijven die een investering overwegen. Meer stabiliteit en transparantie in het regelgevend kader is dus de eerste verwachting die de sector van de duurzame energie formuleert.
Vanuit verschillende respondenten wordt daarnaast verwezen op de nood aan een positieve communicatie vanuit de overheid i.v.m. investeringen in duurzame energietoepassingen. Een duidelijk gecommuniceerde lange termijnvisie over de richting die het beleid uit wenst te gaan zou hierbij helpen. Het ontbreken (of in sommige sectoren verloren gaan) van het draagvlak bij de bedrijven en de gezinnen wordt als een belangrijke hinderpaal gezien door de sector. Dit betekent dat in veel gevallen een projectvoorstel vanuit een negatief startpunt moet opgebouwd worden.
Merk op dat de sector zelf probeert dit hiaat aan te vullen. Zo meldt ruim twee derde (67%) van de respondenten uit de PV-sector dat zij zelf hun klanten informeren i.v.m. de nakende invoering van het capaciteitstarief.
Fotovoltaïsche zonnepanelen
Wat is specifiek volgens de respondenten uit de PV-sector nodig voor groei en innovatie in de sector?
Specifiek voor de zonnepanelensector werd ook de vraag gesteld in hoeveel gevallen een batterijsysteem voorzien wordt bij bestellingen voor plaatsing in 2021.
Driekwart van de respondenten antwoordt dat dit tussen de 0 en de 10% het geval is. De verdeling van de overige respondenten is als volgt:
4% meldt 11 tot 20% batterijplaatsing bij PV-installaties, 6% meldt 21-30%, 4% meldt 31-40% en 8% meldt in meer dan 60% van de gevallen een opslagsysteem te plaatsen bij een zonnepaneelinstallatie. Er zijn dus duidelijk een aantal bedrijven in de sector dat de focus legt bij energieopslag.
33% van de installateurs communiceerde begin 2021 nog niet over de impact van het capaciteitstarief. Het ontbreken van concrete becijferde inschattingen van het capaciteitstarief lijkt ons een belangrijk factor van onzekerheid voor de bedrijven actief in de duurzame energie.
Warmtepompen
De sector van de warmtepompen heeft – net als de sector van de duurzame warmtenetten - een enorm potentieel om bij te dragen aan het verduurzamen van de gebouwverwarming. Toch komt de toepassing van warmtepompen slechts moeizaam van de grond. We vroegen de respondenten uit deze sector daarom specifiek naar de hinderpalen voor de toepassing van warmtepompen.
De meest aangehaalde hindernis ligt in de ongunstige verhouding van de stroomprijs ten opzichte van de aardgasfactuur en andere fossiele verwarmingsvormen zoals stookolie. De diverse kostenverhogende openbaredienstverplichtingen en toeslagen die over de jaren op de elektriciteitsfactuur zijn gegooid trekken de verhouding tussen duurzame en niet-duurzame verwarmingstoepassingen volledig scheef. Een ‘duurzame taks shift’ van de elektriciteits- naar fossiele energiefacturen dringt zich op.
Specifiek wat de integratie van warmtepompen in bestaande gebouwen betreft, wordt verwezen naar de regelgeving, die onvoldoende prikkels geeft voor het voorzien van lage temperatuurafgiftesystemen. Verder wordt het feit dat in de EPB-regelgeving actieve koeling afgestraft aangehaald als een hinderpaal voor de brede toepassing van warmtepompen.
Gevraagd naar het belangrijkste punt dat verbeterd moet worden om de toepassing van warmtepompen sneller te laten groeien, antwoorden de respondenten uit de warmtepompsector niet verrassend. Op nummer 1 staat de problematiek van de energieprijzen, dus de hoger al aangehaalde (wan)verhouding tussen de stroom- en de aardgasfactuur en andere verwarmingsfacturen.
Profiel van de respondenten:
Dit was een brede sectorbevraging, die niet enkel naar leden van ODE verstuurd werd.
De ruime meerderheid van de respondenten komen uit bedrijven met een klein tot middelgroot profiel: 82% van de respondenten heeft minder dan 250 werknemers.
Gevraagd naar de omzet van de respondenten geeft 22% meer dan 50 miljoen euro (grote onderneming) op, 23% geeft een omzet op tussen 10-50 miljoen euro (middelgrote onderneming) 26% van 700.000-10 miljoen euro (kleine onderneming) en tenslotte heeft 17% van de respondenten minder dan 700.000 euro omzet (micro-onderneming).
Wat de activiteiten betreft, vertegenwoordigt de PV sector het grootst aantal respondenten, zoals blijkt uit de volgende figuur. Maar zo goed als alle segmenten waren vertegenwoordigd: gaande van warmtenetten over windenergie tot duurzame mobiliteit en opslag. De som in de grafiek is groter dan het aantal antwoorden omdat respondenten in meerdere subsectoren actief kunnen en dit ook dikwijls het geval bleek.
Methode
ODE organiseerde een anonieme online sectorbevraging van december 2020 (week 49) tot februari 2021 (week 5). De enquête was zowel gericht aan leden als niet-leden van ODE. We gebruikten de tool Checkmarket[1].
We verstuurden een uitnodiging naar 742 individuele e-mailadressen van leden en niet-leden die actief zijn in de hernieuwbare energie en verstuurden ook herinneringen. De enquête kwam ook aan bod in de ODE nieuwsbrief van december 2020 en verspreid via Twitter op 3 februari 2021 en op LinkedIn op 2 februari 2021.
We ontvingen in totaal 179 antwoorden, wat dus een responsgraad van 24% betekent. Van de ontvangen antwoorden waren er 134 compleet, 45 respondenten beantwoordden een aantal vragen niet.