De bedrijven uit de sector van de duurzame en hernieuwbare energietoepassingen hebben een positief langetermijnperspectief, maar zien op korte termijn een aantal hinderpalen en knelpunten. Dat blijkt uit de jaarlijkse sectorbevraging door Organisatie Duurzame Energie Vlaanderen (ODE).
Het verduurzamen van onze economie en onze samenleving is nodig en biedt enorme groeikansen voor de sector van de duurzame economie. Maar op korte termijn spelen een aantal factoren deze positieve ontwikkeling sterk parten.
De respondenten van de ODE sectorbarometer zien in 2021 het grootste groeipotentieel in elektrische mobiliteit, de ontwikkeling van nieuwe diensten voor energieopslag en in flexibiliteit en vraagsturing. Dit zijn dan ook technologieën die een centrale plaats innemen in de energietransitie: de omslag naar een maatschappij en economie die gebaseerd is op hernieuwbare energie en die veel flexibeler zal werken dan het huidige model.
Zoektocht naar gekwalificeerd personeel
Het vinden van voldoende gekwalificeerd personeel is een aandachtspunt. Vooral in de sectoren flexibiliteit en vraagsturing, energieopslag, warmtenetten en duurzame mobiliteit is het moeilijk om geschikt personeel te vinden. Het risico bestaat dat het potentieel van positieve groeivooruitzichten onbenut blijft bij gebrek aan geschikt personeel om de groeiende activiteiten uit te voeren.
Verwachting 1: om het groeipotentieel waar te maken heeft de sector van de duurzame economie nood aan voldoende gekwalificeerd personeel
Nood aan stabiliteit
De veelvuldige wijzigingen aan het ondersteuningskader en het reguleringskader voor investeringen in duurzame energietoepassingen vormen een eerste hinderpaal voor de duurzame energiesector. Ze hebben geleid tot een complex en moeilijk te navigeren landschap voor de ontwikkeling van projecten. Dit gebrek aan transparantie van het regelgevend kader is een belangrijke hindernis.
Het overlappen van verschillende wijzigingen (invoering digitale meter, invoering capaciteitstarief, wegvallen van de terugdraaiende teller, aanpassingen aan het steunkader,…) creëert zeer veel onzekerheid bij de gezinnen en de bedrijven die een investering overwegen.
De timing van de bevraging maakt dat de impact van het arrest van het Grondwettelijk Hof inzake de terugdraaiende teller duidelijk zichtbaar is. De grafiek toont dat het arrest een belangrijke impact had op de groeiverwachtingen binnen de zonnepanelen- en de warmtepompsectoren. Het is een treffend voorbeeld van deze hinderpaal.
De meest pessimistisch/onzekere verwachtingen over de toekomst vinden we (niet verrassend) terug in de zonnestroomsector (PV), gevolgd door windenergie en de sector van de warmtepompen.
Verwachting 2: om de energietransitie mee te realiseren heeft de sector van de duurzame economie nood aan stabiliteit en transparantie in het regelgevend kader
Een duurzame energie taks shift is nodig
Een tweede hinderpaal is de ongunstige verhouding van de stroomprijs ten opzichte van de aardgasfactuur en andere fossiele verwarmingsvormen. Deze nadelige verhouding bemoeilijkt de overgang naar een duurzaam energiesysteem. De diverse kostenverhogende openbaredienstverplichtingen en toeslagen die over de jaren bij de elektriciteitsfactuur zijn gevoegd trekken de verhouding tussen duurzame en niet-duurzame verwarmingstoepassingen volledig scheef.
Verwachting 3: een ‘duurzame energie taks shift’ van de elektriciteits- naar fossiele energiefacturen is noodzakelijk en dringend
Nood aan draagvlak en vertrouwen
Tenslotte is er nood aan positieve communicatie vanuit de overheid over investeringen in duurzame energietoepassingen. Het ontbreken van een duidelijke visie en communicatie hierover van de overheid, schaadt het draagvlak en het vertrouwen bij de bedrijven en de gezinnen.
Verwachting 4: de duurzame energiesector verwacht een duidelijk gecommuniceerde lange termijnvisie van de overheid, die investeerders vertrouwen inboezemt
Meer gedetailleerde resultaten uit de ODE Sectorbarometer vindt u hier.
ODE organiseerde een anonieme online sectorbevraging van december 2020 (week 49) tot februari 2021 (week 5). De enquête was zowel gericht aan leden als niet-leden van ODE. We ontvingen in totaal 179 antwoorden.