In Autoworld Brussel vindt vandaag het eerste grote congres rond elektrische mobiliteit plaats. EV-rijden is bezig aan de finale doorbraak, maar zal bijkomende investeringen vergen. Het congres is een gezamenlijk initiatief van de EV-sector, de sector van de installatiebedrijven en de sector van de hernieuwbare energie. Niet toevallig. De uitrol van elektrisch rijden en hernieuwbare energie gaan hand in hand. Daarom is een geïntegreerde aanpak noodzakelijk.
Met ruim 300 deelnemers, 2 live keynote speeches van ministers Van Peteghem en Gilkinet, 2 live keynotes van de CEOs van Elia en D’Ieteren, en talloze experten als spreker in de breakout sessions, kan de eerste On thE-MOVE Summit alleen maar een succes genoemd worden. De locatie, tussen de iconische voertuigen van Autoworld Brussels, is enkel de kers op de taart.
Thuis- en bedrijfsladen
Wie een EV gebruikt of van plan is dat te gaan doen, heeft er alle belang bij om hernieuwbare energie, bijvoorbeeld van zonnepanelen, te gebruiken bij het laden. Bedrijven die bezig zijn hun vloot te elektrificeren, zullen simultaan investeren in groene stroomproductie om zo de voorziening van hun laadinfrastructuur in handen te nemen. Omgekeerd is het een no-brainer voor wie zelf al hernieuwbare energieproductie heeft om te investeren in eigen laadinfrastructuur om zo het rendement van de productie-installatie te optimaliseren en de installatie mogelijk nog uit te breiden. De welzijnseffecten van e-mobility worden geoptimaliseerd door de voertuigen groen te laden met hernieuwbaar opgewekte stroom. Maar er is zeker ook dringend nood aan meer publieke laadinfrastructuur.
Versnelde uitrol publieke laadinfrastructuur
Vandaag zijn in ons land 18.358 (semi)-publieke laadpalen, op 6.821 locaties. 80% daarvan is te vinden in Vlaanderen. Er is dus nood aan meer publieke aanbestedingen in de drie gewesten om de doelstellingen te halen. Vooral Wallonië en Brussel lopen achterop en moeten een inhaalbeweging maken.
Die aanbestedingen moeten mikken op een kwalitatieve uitrol met een haalbaar businessmodel om de markt toe te laten zich verder te ontwikkelen. Op vandaag wordt te veel focus gelegd op enkel de laadprijs. Ook wordt nog vaak gewerkt met relatief kleinschalige projecten, terwijl uit alle cijfers blijkt dat er een snelle revolutie op komst is.
In het concessiebeleid voor laadinfrastructuur, in het bijzonder voor DC -laadinfrastructuur op de grote verkeersassen, moet de concurrentie voldoende kunnen spelen. Een snelwegparking in het buitenland heeft meestal meerdere spelers op vlak van snelladen. Al was het maar dat er ruimte moet voorzien worden voor het apart laden van elektrische vrachtwagens in de nabije toekomst.
Geïntegreerde aanpak
EV Belgium, ODE Vlaanderen, Techlink en Edora vragen ook een investeringsplan van alle distributienetbeheerders en de transportnetbeheerder om de massale uitrol van EV’s mogelijk te maken. Tegelijk vragen de organisaties een concreet plan om commerciële flexibiliteit maximaal te ondersteunen. Een combinatie van beiden -investeren en commerciële flexibiliteit- zal noodzakelijk zijn, zeker omdat tegelijk ook massaal wordt overgeschakeld op warmtepompen en er heel wat extra PV-installaties online zullen komen. Belangrijk element hier is het voortdurend opleiden en bijscholen van de installateurs die deze werken zullen realiseren in de praktijk.
Slim gebruikte en gestuurde EV’s en warmtepompen zijn de oplossing om meer hernieuwbare energie in het elektriciteitssysteem te integreren. Ze geven netbeheerder de kans om de broodnodige netinvesteringen op een efficiënte manier te plannen, en laten de consument toe actief deel te nemen aan de energiemarkt. Dit kan door op momenten met teveel productie van zon of wind elektrische voertuigen op te laden, en bij tekorten via ‘vehicle to grid’ laden elektriciteit terug op het net te zetten. Dit vereist echter een actieve sturing, die enkel mogelijk is als de laadinfrastructuur intelligent is én de netbeheerders ook hun marktmodellen hierop aanpassen.