In 2022 hebben wind- en zonne-energie in de EU een record van 22% groene stroom opgewekt, waarmee ze voor het eerst fossiel gas (20%) inhalen en boven steenkool (16%) blijven. Dat toont EMBER aan in een nieuwe studie.
Sinds de start van deze winter daalt de productie van steenkool, en nu de overgang naar elektriciteit op gang komt, wordt de daling van de productie van fossiele brandstoffen - vooral aardgas - het verhaal van 2023.
De politieke reactie van Europa op de inval van Rusland in Oekraïne in 2022 was het versnellen van de overgang naar elektriciteit. De nadruk ligt nu op een snelle vermindering van de vraag naar aardgas, terwijl tegelijkertijd steenkool geleidelijk wordt afgeschaft. Dit betekent dat er een enorme toename van schone energie op komst is.
De verschuiving van fossiele brandstoffen werd echter uitgesteld door de dubbele crisis in het Europese elektriciteitssysteem in 2022. Een droogte die maar 1 op de 500 jaar voorkomt in heel Europa, leidde tot het laagste niveau van waterkrachtproductie sinds het jaar 2000, en er waren wijdverspreide onverwachte uitvallen van Franse kerncentrales net toen Duitse kerncentrales werden gesloten. Hierdoor ontstond een groot tekort aan stroomproductie van 185 TWh, gelijk aan 7% van de totale Europese elektriciteitsvraag in 2022. Vijf zesde van dit tekort werd gedicht door meer wind- en zonne-energieproductie en een daling van de vraag naar elektriciteit. Maar het resterende zesde deel werd opgevangen door meer fossiele opwekking. Aangezien steenkool minder duur was dan aardgas, nam steenkool het grootste deel van de stijging voor zijn rekening: 7% ( 28 TWh) in 2022, vergeleken met 2021. Daardoor stegen de emissies van de elektriciteitssector in de EU in 2022 met 3,9% ( 26 MtCO2) ten opzichte van 2021. De productie van elektriciteit uit aardgascentrales bleef vrijwel ongewijzigd ( 0,8%), en omdat aardgas in 2021 al duurder was dan steenkool, kwam er in 2022 geen verder omschakeling van aardgas op steenkool.
Het had veel erger kunnen zijn: wind, zon en een daling van de vraag naar elektriciteit verhinderden een veel grotere terugkeer naar steenkool. Maar in realiteit was de stijging niet substantieel: het steenkoolvermogen steeg met slechts 1,5 procentpunten om 16% van de EU-elektriciteit in 2022 op te wekken en bleef daarmee onder het niveau van 2018. De stijging van het aandeel van steenkoomcentrales in de EU met 28 TWh voegde slechts 0,3% toe aan de wereldwijde steenkoolopwekking.
In 2023 zal het tegenovergestelde het geval zijn. De waterkrachtproductie zal weer aantrekken, de Franse kerncentrales zullen terugkeren, de ontwikkeling van wind- en zonne-energie zal versnellen en de vraag naar elektriciteit zal de komende maanden waarschijnlijk blijven dalen. In 2023 zal Europa getuige zijn van een enorme daling van fossiele brandstoffen - van stroom uit steenkool inderdaad, maar vooral van opwekking uit aardgas.
De groei van zonne-energie is nog maar net begonnen
De zonnestroomproductie steeg met een record van 39 TWh ( 24%) in 2022, waardoor 10 miljard euro aan gaskosten kon worden vermeden. Dit was te danken aan een record aangroei van installaties van in totaal 41 GW in 2022, 47% meer dan er in 2021 bij kwam. Twintig EU-landen bereikten hun hoogste aandeel zonnestroom ooit. Nederland was koploper en produceerde 14% van zijn stroom uit zonne-energie, waarmee het voor het eerst de stroomproductie uit steenkool inhaalde. Griekenland draaide in oktober vijf uur lang uitsluitend op hernieuwbare energie en zal naar verwachting eind 2023, zeven jaar eerder, zijn doelstelling van 8 GW zonne-energiecapaciteit voor 2030 halen.
Meer info: samenvatting en grafieken