Ode

Hernieuwbare energiesector en installateurs samen voor zonne-energie en warmtepompen

10 november 2016

De Organisatie voor Duurzame Energie (ODE), de federatie van elektrotechnische ondernemers (Fedelec) en de federatie van installateurs van centrale verwarming en sanitair (ICS) slaan de handen in elkaar. De drie organisaties starten een structurele samenwerking voor een duurzaam Vlaams en Belgisch energiebeleid dat optimaal inzet op PV en warmtepompen.

De drie organisaties zullen samen standpunten, visies en dossiers uitwerken en de PV en warmtepompsector vertegenwoordigen. Ze zullen ook gezamenlijke activiteiten organiseren. Concreet ondertekenden de drie organisaties een samenwerkingsovereenkomst, die toelaat een nieuwe beleidsmedewerker aan te werven bij ODE in functie van de samenwerking. Op 19 september startte Jozefien Vanbecelaere als nieuwe beleidsmedewerker PV en warmtepompen. Jozefien bouwde ruime ervaring op met het coördineren van een beroepsfederatie bij “Friends of the Supergrid”.

Bram Claeys van ODE ziet de samenwerking als een belangrijke kans: “PV en warmtepompen zijn prachtige complementaire technologieën met een groot potentieel in Vlaanderen. Door de samenwerking kunnen we het economisch en energiebelang van deze sector efficiënter verdedigen en zo hun potentieel in realiteit omzetten.” Om de Vlaamse 2020 hernieuwbare energiedoelstellingen te halen zullen we beide technologieën keihard nodig hebben.

Kris Van Dingenen van Fedelec vult aan: “De samenwerking realiseert een meer gecoördineerde aanpak. De verhoging van efficiëntie zal niet alleen resulteren in een betere verdediging van de sector, maar ook in een meer kwalitatieve service voor de installateurs. De leden-installateurs worden betrokken via het “Sectorcomité FotovoltaIsche installaties” en het “Sectorcomité Warmtepompen”.

“Deze samenwerking is inderdaad een belangrijke en logische stap in de verdere uitbouw en ontwikkeling van een federatie van speciale technieken. De zinvolheid bestaat enerzijds uit de meerwaarde die kan gerealiseerd worden voor de leden van de verschillende organisaties afzonderlijk en anderzijds uit de strategische positionering die zo kan ingenomen worden binnen het Vlaams hernieuwbaar energielandschap.” besluit Jan Lhoëst.