De Vlaamse regering presenteert zich als een investeringsregering, maar blijft vaag over de middelen voor de energietransitie. De sector van de hernieuwbare energiebedrijven verwelkomt de ambitie die weerklonk in de Septemberverklaring. Investeringen in de energietransitie zijn inderdaad goed voor de economie, jobs en levenskwaliteit. Het blijft ondertussen wel afwachten hoe deze Vlaamse regering wil bijsturen om de doelstelling in 2020 te halen.
Na de annulering van de Vlaamse energieheffing door het Grondwettelijk hof dringt een solide alternatieve oplossing voor de historische overschotten aan groene stroomcertificaten zich op. Het optrekken van de groene stroomquota is zo’n beproefd alternatief. De Vlaamse regering voegt daar nu nog een beperkte verhoging van een bestaande heffing aan toe. De sector van de hernieuwbare energie wil vooral een stabiele en voorspelbare aanpak.
Nu 2020 dichter en dichter komt moet de Vlaamse regering vandaag de laatste koerscorrecties doen om te zorgen dat ze in 2020 haar doel bereikt. Door het recent schrappen van een aantal grote biomassaprojecten zijn bijkomende inspanningen nodig: meer zon, wind, warmtepompen, lokale biowarmte. Hoe de Vlaamse regering die precies ziet blijft onduidelijk na de toespraak van minister-president Bourgeois. ODE directeur Bram Claeys: “De ambitie klinkt goed, en onze bedrijven staan klaar om te investeren. Wij verwachten dat in het binnenkort verwachte nieuwe Vlaams Energieplan 2020 meer duidelijkheid komt over de concrete middelen en plannen.”
Daarbij zal de doorstart naar 2030, en een structurele verschuiving van de lasten van elektriciteit naar fossiele brandstoffen essentieel zijn.