Ode
ODE bezorgd over impact regeringsbeslissing levensduurverlenging Doel 1 en 2

ODE bezorgd over impact regeringsbeslissing levensduurverlenging Doel 1 en 2

27 november 2015

De sector van de hernieuwbare energie is bezorgd over de impact van een mogelijke verlenging van de levensduur van de kerncentrales Doel 1 en Doel 2, nu Fanc het licht op groen heeft gezet om Doel 3 en Tihange 2 opnieuw op te starten.  Het gelijktijdig laten lopen van deze 4 centrales – nadat vroeger reeds de levensduur van Tihange 1 werd verlengd -  zou het aandeel nucleaire elektriciteit tot boven de 50 % van de marktvraag brengen en mogelijks een hypotheek leggen op de verdere ontwikkeling van hernieuwbare energie. Onze verwachting is dat hiermee de investeringen in hernieuwbare elektriciteitsopwekking verder onder druk komen en het realiseren van de Belgische en Vlaamse doelstellingen inzake hernieuwbare energie sterk wordt bemoeilijkt.  Vandaag is ongeveer 15 % van de Belgische elektriciteit afkomstig uit hernieuwbare bronnen. Om de Europese doelstelling tegen 2020 te halen moet dit oplopen tot, omgerekend, ruim 25 % om daarna, in het licht van de Europese 2030-doelstelling verder op te lopen. 

Een volledig operationeel nucleair park, gekoppeld aan de productie van de ‘must run’ centrales en de elektriciteitsproductie uit WKK, zou de basisproductie opdrijven tot 7000 MW. In de daluren (bvb. winternacht) , als de vraag daalt zo’n 8500 MW- zou het basisaanbod daarmee de binnenlandse vraag benaderen , zodat de vraag kan worden gesteld welke de plaats dan is voor de gemiddeld 2500 MW elektriciteitsproductie uit windenergie, zeker in het licht van een verdere groei, zowel wenselijk als noodzakelijk om de Europese doelstellingen te halen. Ook in de zomer, zowel overdag als ’s nachts, dekt het potentiële basisaanbod in belangrijke mate de binnenlandse vraag.  Gezien het nucleaire park vandaag slechts beperkt regelbaar is, zou dit kunnen leiden tot een overaanbod en congestie op het net, een situatie die dient te worden vermeden. 

Om de investeringen in hernieuwbare energie verder aan te moedigen pleit de sector voor een stabiel ondersteuningsmechanisme  en een goed werkende CO2 markt . Deze investeringen blijven nodig om de doelstellingen inzake hernieuwbare energie  te behalen en om de energietransitie verder te zetten waardoor op termijn de centrale productiecapaciteit verder kan afgebouwd worden..

De sector van de hernieuwbare energie vraagt daarom met aandrang dat de overheid haar vroegere engagementen respecteert. Sinds 2002 hebben alle opeenvolgende  regeringen de wet op de kernuitstap bevestigd en zich uitgesproken voor de ontwikkeling van hernieuwbare energie. Een geleidelijke en gefaseerde overgang van een klassieke centrale energiebevoorrading naar een duurzaam decentraal en intelligent model, aangepast aan de economische en maatschappelijke noden van de 21ste eeuw, is in volle gang. Het onvoorbereid en gelijktijdig toelaten van 4 bijkomende grootschalige, productie-eenheden zou dit kunnen vertragen.

Daarom vraagt de sector de regering en de Vlaamse partijen in het bijzonder om vandaag niet te beslissen tot levensduurverlenging van Doel 1 en 2. In elk geval dringt de sector aan op een voorafgaand grondig onderzoek naar de impact van de levensduurverlenging op de huidige en toekomstige inzet van hernieuwbare energie. Aldus dient ruimte worden gelaten voor de ontplooiing van een duurzaam energiemodel, conform onze Europese engagementen en met het oog op blijvende bevoorradingszekerheid.